Als interim-manager wordt er veel van je verlangd: of het nu gaat om het oplossen van een crisis, het managen van een groot verandertraject, het draaien van een complex programma of het rondkrijgen van een fusie. In een relatief kort tijdsbestek moet je een organisatie een stap verder brengen.
En dan het liefst zonder daarbij als een olifant door de porseleinkast te gaan. Maar juist met gevoel voor machtsverhoudingen, organisatieculturen en de mens.
Het spreekt voor zich dat iedere interim-opdracht om andere competenties vraagt om deze doeltreffend uit te voeren, maar er komt meer bij kijken.
Bij het bepalen van de juiste match tussen de interim-kandidaat en de opgave gaat het om meer dan expertise en ervaring. Het gaat ook om de context waar je iemand in plaatst, de organisatiefilosofie, ontwikkelingen en de werkwijze. Sluiten drijfveren, ambities, gedachtengoed en waarden bij elkaar aan? Je zoekt namelijk niet alleen de juiste kandidaat, maar ook een duurzaam resultaat.
Rob Spit, Jos Rooijmans en Roderik van Geel zijn al jaren zelfstandig interim-manager en werken regelmatig samen met Zeelenberg. Ze vertellen over deze samenwerking en hun kijk op het vak.
Kandidaat, opgave en context
“Je hebt een stevige opdracht, je moet iets achterlaten,” zegt Rob. “De enige manier om ergens weg te gaan is met succes. Wat dat betreft is het topsport. Daarom is het in die beginfase ook zo belangrijk dat je kritisch bent op een goede match, want die bepaalt voor een groot deel de mate van succes. Daarbij gaat het niet alleen om de kandidaat en de opdracht, maar ook om de context. Hoe de wereld zich beweegt, wat er speelt, wat er verandert en welke ontwikkelingen er zijn. Waar moeten we op letten? Dat is iets wat continu in beweging is. Die bredere visie en structureel bezig zijn met die ontwikkelingen is iets wat Zeelenberg echt kenmerkt en wat ik op die manier ook nog niet eerder ben tegengekomen bij andere bureaus.”
“Ik werk al bijna tien jaar samen met Zeelenberg en we hebben samen uiteenlopende opdrachten gedaan,” vertelt Jos. “Ik werk veel samen met Cees Zeelenberg. Hij opent deuren voor mij. Zelf heb ik namelijk een hekel aan koude acquisitie en ik ben er ook niet bepaald goed in, maar Cees heeft het netwerk en de gunfactor waarmee hij overal binnenkomt. En op het moment dat hij mij voorstelt bij een organisatie, tik ik hem vaak in. Dat is geen arrogantie, maar geeft aan dat hij heel scherp heeft wat de organisatie nodig heeft, wat ze zoeken in een medewerker, wat ik te bieden heb en wie ik ben als mens. Hij weet van te voren al of er een match is en of ik bijvoorbeeld goed met iemand door één deur kan. Zo zal hij mij ook bij sommige opdrachten juist niet voorstellen, om teleurstelling te voorkomen. Die match zien, dat kun je niet automatiseren, dat is een vak.”
“Die match is inderdaad essentieel voor een succesvolle opdracht,” zegt Rob. “Toen ik begon als interim-manager had ik met diverse bureaus contact, nu zijn dat er nog maar twee of drie. Dat heeft te maken met de aandacht die zij hebben voor een goede match tussen de interim-manager en de vraag van de klant. Er zijn namelijk genoeg bureaus die vooral gefocust zijn op het plaatsen van mensen en de omzet. Dat is uiteraard bij Zeelenberg ook wel een onderdeel, maar vanuit een heel andere dimensie. Alleen op die manier naar een opdracht kijken, leidt niet tot een succes.”
Tijd en aandacht
“Zeelenberg heeft een persoonlijke benadering,” gaat Roderik verder. “Ze weten wie ik ben als persoon, wat ik in huis heb. Ze kunnen aan de hand van de zachte factoren bepalen of ik in een team of bij een opdracht pas. Daar moet je elkaar toch wel voor kennen.” “En dat vergt tijd en aandacht,” voegt Rob toe. “Het betekent dat je elkaar regelmatig spreekt, dat je weet waar iemand mee bezig is in zijn leven, waar je staat en wat je wilt. Waar kwaliteiten liggen én waar ze niet liggen.”
“Zeelenberg zal je niet zomaar voorleggen zonder het gesprek met je aan te gaan en helder te krijgen wat jij op dat moment zoekt en wilt,” zegt Jos. “Want dat kan natuurlijk met de tijd veranderen. Menig bureau doet dat wel. Als een bureau mij na twee jaar ‘out of the blue’ belt en me wil voorstellen, dan weet ik dat ze hun kaartenbak even door zijn gegaan. Zo werkt het niet volgens mij, dat is vaak gedoemd te mislukken.”
Ontwikkelingen
Rob: “Een van de belangrijkste ontwikkelingen die ik zie en waarin je als interim absoluut mee moet, is de veranderende rol van de overheid. De overheid ziet steeds meer hoe belangrijk het is om de verbinding met de samenleving te maken. En dat ze in de samenleving de drie K’s ophalen; kennis, kwaliteiten en kapitaal.
In die samenleving zit namelijk veel meer expertise, deskundigheid en uitvoeringskracht, dan een lokale overheid kan aanreiken. Je moet het dus echt hebben van de stad of de regio. Waarbij je kijkt naar hoe je mét die stad de stad ook verder kunt ontwikkelen, in plaats van dat je als gemeente allerlei dingen bedenkt en aandraagt.
Je moet het dus omdraaien. Die transitie zie ik plaatsvinden. Daar moet je als interim-manager in meebewegen en het verder stimuleren. Dat vraagt een bepaalde manier van handelen en vaardigheid. Daar moet je wel in investeren, ook door het gewoon te doen. Het is niet alleen boekenwijsheid.”
Roderik vervolgt: “Daarbij moet je zorgen dat je niet vastroest in je eigen bewezen aanpak, maar bewust handelt in de context waarin je je begeeft. Je werkt tenslotte met mensen en wat verandering met hen doet. Dat vraagt om scherpte en bijblijven in je vak.”
“Je kunt dit vak inderdaad alleen doen als je zelf ook veel bezig bent met die ontwikkelingen en geïnteresseerd bent in wat er in je omgeving gebeurt en je regelmatig bijschoolt,” beaamt Rob. “Dat is essentieel. Als je niet meebeweegt met de ontwikkelingen om je heen, dan loop je binnen de kortste keren achter. Sterker nog, je moet voorop willen lopen!”
Ego-loze expertise
“Essentieel in dit vak is dat je vooral jezelf niet te belangrijk vindt,” zegt Jos. “Je moet er staan, je moet een leider zijn. Maar er is een groot verschil tussen strijd voeren om de zaak of omdat jij wilt winnen. Dat laatste noemen we ‘ego’. Dan gaat het niet meer over de inhoud. Ik wil altijd de opdracht en de inhoud leidend laten zijn en daarin is je persoonlijkheid ondergeschikt. Als je een te groot ego hebt, kun je geen goede manager zijn.”
“Zeelenberg kenmerkt zich denk ik ook door net wat minder ego,” vervolgt Jos. “Als je dat vak heel goed wilt doen – en daarom ben ik ook zo tevreden over hen – moet je vooral luisteren en opvangen wat de opdrachtgever en de kandidaat zeggen en dat matchen. Daarin ben je als (goed) bureau eigenlijk alleen maar onopvallende expertisebemiddelaar. Dat doen ze goed.”
“Daarbij zijn ze ook kritisch naar de mensen waarmee ze werken,” zegt Rob. Dat moet ook om kwaliteit te kunnen bieden en vasthouden. De brede kijk die Zeelenberg heeft op dit werk en een doordachte verbinding met overheid en samenleving: dat is essentieel om ‘up to date’ te zijn en bij de les te blijven,” sluit Rob af.